Stoevelaar
Op deze pagina vindt u
informatie over Stoevelaar.
Ligging | De voormalige havezate Stoevelaar lag bij Hericke. |
Ontstaan | Circa in 1208 zou het kasteel, ook wel bekend als Stuvelhof, al bestaan hebben. |
Geschiedenis | Alleen nog een bouwhuis aanwezig, dat dient om vakantiegangers onderdak te bieden. In 1847 is het huis afgebroken. |
Bewoners
|
Wi, schepenen, betughen dat Johan van Tye van dier Stuvelborch hevet ghecoft weder Lambertes sone ter Maet Johanne siin hus ende sinen gaerden alsulc ghelegen is. De Stuvelhof vor borchleen to Goer mit woenynge en hore toebehoringhe gheleghen in den kerspel van Markel beleend door:
1379‑1382
10‑9‑1394/ca. 1417
30‑10‑1433
9‑1‑1452
20‑10‑1457
1475,
Schattingsregister.
2‑5‑1495
21‑7‑1497
31‑7‑1505
21‑7‑1518
7‑2‑1526
30‑11‑1531
22‑5‑1557
26‑11‑1574
26‑11‑1574
13‑10‑1619
22‑5‑1626
21‑6‑1686
9‑3‑1708
3‑3‑1714
24‑2‑1729 Op dezelfde dag werden zijn huwelijkse voorwaarden met Agnes van Rheede van 30‑11‑1722 bekrachtigd.
25‑11‑1750
2‑1‑1751
14‑4‑1752
18‑7‑1756 In de voorgevel van het oude kasteel bevond zich onder het wapen van de Van Coeverden's een gevelsteen met Latijnse tekst, vertaald: "In het jaar 1460 heeft Reinoud van Coeverden, kleinzoon van Reinoud, den laatsten heer van Van Coeverden en Drenthe, dezen burcht voor zich en de zijnen verkregen door zijn huwelijk met Catharina de Rode van Heeckeren. Van toen af hebben zijn zoon en kleinzonen, allen hunne vaders opvolgende, tegelijk met hunne echtgenooten het onafgebroken bezeten, namelijk Johannes en Anna van Ittersum erfvrouwe van Rhaan, Reinoud en Cornelia van Varik tot Varik, Jacobus en Maria van Ittersum tot Garner, Borchardus en Anna Catharina Ripperda tot Weldam, Jacobus en Nicolina Ripperda tot Hengelo en Borchardus Aemelius tot Stoevelaar en Hengelo, die, toen het door ouderdom in elkander viel, het vernieuwd heeft. Het oude kasteel zijnde gesticht Anno 1208". Midden 18e eeuw is het in bezit gekomen van de Zwolse burgemeestersfamilie Van der Wijck. De weduwe van de laatste Van der Wijck liet het kasteel in 1844 afbreken. Het bleek een sterk kasteel te zijn geweest dat op elke hoek een zware toren had. De muren waren bijzonder dik. Het gebouw, waaraan zich veel Bentheimer steen bevond, was geheel omringd door water en had bovendien nog een buitengracht. In de nabijheid is nog een gewoon heerenhuis geweest. De gehele bezitting is in 1863 publiek verkocht en het huis met de tuinen binnen de gracht werd toen het eigendom van den heer N. Jannink, predikant te Goor. Het genoemde heerenhuis is nu het erve Stoevelaar. |
Huidige doeleinden | |
Toegankelijk | |
Foto's |
Foto
1 (bouwhuis) Tekening 1 (voorkant, penseeltekening W.M.S. van Duren, 1840) Tekening 2 (voorkant veraf, pentekening J. van der Wyck, 18e eeuw) |
Bronnen |
Tekst: De havezaten in Twente en hun bewoners / A.J.
Gevers en A.J. Mensema, 1995; ISBN 90-400-9766-6 en Anton Vedders Foto 1: Peter van der Wielen (zijn collectie is in bruikleen bij de NKS) Tekeningen 1 en 2: Overijsselse buitenplaatsen / H.W.M. van der Wyck, J. Enklaar-Lagendijk, 1983; ISBN 9064696179 |
Zie ook http://kastelen.startpagina.nl!